Kunstmatige intelligentie (AI, artificial intelligence), is één van de meest recente technologische ontwikkelingen van de 21e eeuw en heeft nu al een grote impact in op ons leven, dat het al niet meer weg te denken is.
Burgers verwachten dat overheden, net als de commerciële bedrijven, snel schakelen en nieuwe technologieën inzetten. Overheden moeten vaak wachten op wet- en regelgeving en zijn daardoor minder snel in staat om mee te gaan met de laatste technologische trends. Toch spelen deze technologieën een cruciale rol in overheidsdienstverlening.
Binnen de overheid kan AI oplossingen bieden om processen te verbeteren, besluitvorming te ondersteunen en publieke diensten efficiënter te maken.
In deze blog kijken we hoe AI wordt gebruikt door de overheid, wat de voordelen zijn van artificial intelligence en welke problemen en vragen dit met zich meebrengt.
AI staat voor artificial intelligence, ofwel kunstmatige intelligentie. Het is een technologie waarbij computers het werk van mensen kunnen uitvoeren, zoals leren, problemen oplossen of beslissingen nemen. Het kan patronen herkennen, taken automatiseren en maakt op deze manier processen een stuk makkelijker en efficiënter.
AI is een zelflerende technologie. Het leert van zowel de data waarop de AI getraind is als van de data die ingevoerd wordt en past zich steeds aan om slimmer en effectiever te worden.
Binnen deze vormen zijn er verschillende AI-toepassingen, dit zijn vooral Narrow AI-toepassingen aangezien Super AI en General AI veelal nog hypothetisch zijn of nog in ontwikkeling.
Er zijn veel voordelen van AI ontwikkeling voor de overheid. Er komt steeds meer kwalitatief goede data beschikbaar, waardoor overheden steeds meer mogelijkheid zien om AI in te zetten in hun werk en dienstverlening. Toepassingen van AI binnen de overheid bieden verschillende oplossingen, maar focussen met name op het efficiënter maken van werkprocessen.
Hoe handig en werkdrukverlagend AI ook is, de technologie brengt ook risico's en ethische vraagstukken met zich mee. Bijvoorbeeld de 'bias' die een algoritme in kan sluipen. AI-systemen kunnen vooroordelen die op het bestaande internet staan opnemen in datasets. Of de dataset die het AI-systeem voert, kan niet representatief zijn voor de gehele bevolking. Op basis van deze foutieve of incomplete data kan AI bepaalde bevolkingsgroepen oneerlijk behandelen.
Ook moeten overheden rekening houden met ethische vraagstukken rondom transparantie en verantwoording. AI-beslissingen zijn vaak moeilijk te begrijpen voor burgers en ambtenaren, omdat AI geen emoties meeweegt en binnen algoritmes de reden van beslissing niet altijd inzichtelijk wordt gemaakt.
Verder bestaat er een risico op inbreuk op privacy. AI verwerkt vaak grote hoeveelheden persoonlijke data om patronen te herkennen en voorspellingen te doen. Er is een risico dat deze data op een verkeerde manier wordt gebruikt of geïnterpreteerd, of dat dit wordt gelekt na een cyberaanval.
En dan is er nog het gevaar van onbevoegde toegang tot gevoelige overheidsinformatie door cyberaanvallen op AI-systemen. Dit kan voor dreiging zorgen op de nationale veiligheid.
Cruciaal dus dat er een strikte AI-wetgeving is met duidelijke regels die goed worden gecontroleerd om risico's te beperken.
Om het gebruik van AI in goede banen te laten verlopen, is per 1 augustus 2024 de AI Act ingegaan. In Nederland noemen we dit de AI-verordening. Deze regelgeving gaat uit van een risicogebaseerde aanpak. Omdat de wet uit veel onderdelen bestaat, zijn er fasen opgesteld. Zo krijgen organisaties en overheden de tijd om verboden AI-toepassingen uit te faseren. Belangrijk is dat je organisatie vóór 1 februari 2025 voldoet aan de eisen uit de eerste fase.
We vertellen meer over de risicogebaseerde aanpak en welke stappen je moet zetten om aan de eerste fase te voldoen in de volgende blogs uit deze serie.